SIM evaluatie in vogelvlucht

25-03-2021 | Onlangs werd de Evaluatie Subsidieregeling Instandhouding Monumenten (SIM), dat in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap werd opgesteld, gepresenteerd. Centrale vragen waren of met de SIM bereikt wordt waarvoor die is opgezet en hoe de werking in de praktijk is bij de monumentenorganisaties. 

De Federatie Instandhouding Monumenten (FIM), waarvan de VBMK lid is, heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de evaluatie. De FIM komt op voor alle groepen monumenten. Naast kerken zijn dat onder meer boerderijen, molens, landgoederen en kastelen. Voor al deze sectoren werden aparte sessies belegd, waaronder natuurlijk de belangrijke en grote groep kerken. 

De algemene conclusies uit de evaluatie is, dat de SIM in grote lijnen wezenlijk bijdraagt aan de kwaliteit en omvang van het onderhoud aan monumenten. Wel worden een aantal onvolkomenheden geconstateerd en verbeterpunten aangeboden.

De belangrijkste punten die voor kerken aan het licht kwamen zijn:

  • De slaagkans om voor SIM-subsidie in aanmerking te komen is relatief hoog. Voor kerken is de slaagkans 90%.  
  • Voor onderhoud van de zeer grote kerken zijn er echter onvoldoende middelen en die ontvangen daarom makkelijk een afwijzing, om eerst de vele kleine aanvragen te kunnen honoreren.
  • Er valt een groep woonhuizen buiten de SIM, omdat die niet voldoen aan de woonhuisregeling. Hieronder vallen bijvoorbeeld pastorieën, die niet door de woningeigenaar worden bewoond
  • Het is berekend dat de POM’s, de professionele monumentenorganisaties met minimaal 20 monumenten in beheer, de andere aanvragers nauwelijks verdringen. Ze hebben echter wel een eenvoudiger procedure en meer flexibiliteit om hun middelen in te zetten.
  • De administratieve last voor kleine organisatie (die minder dan 25.000 euro aanvragen) zijn in verhouding te hoog.
  • Het gebruiken van de herbouwwaarde bij de vaststelling van het subsidieplafond is voor monumenten met een lage herbouwwaarde niet geschikt. Daarom krijgen deze monumenten relatief te weinig subsidie.
  • Het verschil tussen restauratie en onderhoud is niet duidelijk vastgelegd. Daarenboven gaan provincies wisselend om met aanvragen hetgeen onduidelijkheid en onzekerheid met zich meebrengt.
  • Verduurzamingsmaatregelen worden als belangrijk bestempeld, maar moeten niet via SIM-gelden gefinancierd worden.

Enkele aanbevelingen uit het rapport:

  • SIM in huidige vorm handhaven.
  • Heb aandacht voor monumenten die tussen wal en schip vallen, zoals pastorieën.
  • Beperk het afwijzen van aanvragen; continuïteit is belangrijk.
  • Geef voorrang aan monumenten die het jaar daarvoor niet in de SIM zijn opgenomen.
  • Onderzoek of POM-regeling, met procedurele en administratieve voordelen, ook kan worden toegelaten voor (zeer) grote, maar professioneel beheerde monumenten.
  • Pas de regeling voor kleine monumenten aan. 

En nu maar afwachten wat de minister in het volgende kabinet hierover gaat besluiten!

Frank Michielsen, bestuur VBMK en FIM