Informeren
Om kennis goed over te dragen of uit te wisselen, maakt u het uw publiek zo makkelijk mogelijk:
- Biedt de informatie helder en overzichtelijk aan. Gebruik een logische volgorde en een duidelijke structuur.
- Plaats belangrijke informatie zó, dat het niet makkelijk over het hoofd wordt gezien.
- Zorg voor correcte, actuele en volledige informatie. Check namen, data en getallen.
- Vermeld de auteur, de datum en de context van uw bericht of presentatie.
- Gebruik de oorspronkelijke bron. Vermeld de bron.
- Sluit aan op de behoefte van uw publiek wat betreft schrijfstijl, moeilijkheidsgraad en hoeveelheid informatie. Vermijd vaag taalgebruik en ingewikkelde zinnen. Niet alles hoeft echter in ‘Jip en Janneke-taal’; neem uw publiek serieus.
- Gebruik jargon alleen daar waar het van belang is. Leg centrale begrippen kort uit.
- Afbeeldingen kunnen helpen een tekst toegankelijker te maken. Gebruik ze om de inhoud te verhelderen of te onderstrepen.
- Zorg ervoor dat uw presentatie ruim binnen de gestelde tijdslimiet valt.
- Humor mag, maar wees er zeker van dat de grap aansluit op uw publiek, en niet tot misverstanden leidt.
- Hang informatieborden en wegwijzers duidelijk zichtbaar op. Gebruik algemeen bekende pictogrammen.
- Is de informatie toegankelijk voor laaggeletterden en voor mensen met fysieke beperkingen, zoals slechtzienden en slechthorenden?